ANTWOORD van den cadet-soldaat aan zijn Bezorgde Moeder, 105 Nu jongenlief, ik heb genoeg geschreven. Maar voor ik eindigluister nou nog even Blijf ook daarginds m'n eigen, brave Jan, Waar moeder altijd trotsch op wezen kan. Och moederlief, ik heb zoo'n treurig leven Was ik toch maar bij u en pa gebleven, Ze plagen me hier den god-ganschen dag, Omdat ik niet naar 't koffiehuis toe mag. Ze zeggendat ik geen soldaat moet blijven Maar thuis hoor in een troepje oude wijven, Dat ik m'n moeders pappekindje ben En noemen me Jan Salie of Jan Hen. Ze zeggendat u mij hebt voorgelogen En met die kleine kind'ren hebt bedrogen, Want één die zei: «Wees wijzer, brave Jan, Daar g'looft je moeder óók geen kruimel van." Toe moederkom me nou toch maar weer halen Dan kan ik weer voor u de koffie malen, Toe moeder, vraag aan pa of dat niet kan, Ik teeken mij uw diep-bedroefde Jan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1909 | | pagina 271