112
De tijden, Cajusde tijden zijn slecht!
Jongen, dat «Corps des Vieux". Dat waren pas
kerels
Maar och, zóó zijn ze er niet meer, zelfs óns ras
had geen levenssappen en levenskracht genoeg voor
deze tijden
Waarachtig Cajus, de tranen komen me in de oogen
als ik er lang aan denk de asymptootdie geen
asymptoot meer is hoogstens een flauwevage
laffe naiiping van ons.
Cajus, jongen geef me je broederhand en samen
zullen we hem hier terugroepeu, zooals hij was en
altijd wezen moet: de zuivere, onvervalschte asymptoot
Een asymptoot is een ingekankerd-lui individu, nog
zeker de helft luier dan een normaal cadet, met een
reuzen-antipathie tegen eigenoefening, studieboeken en
H.H. Leeraren, een teeder zwak voor z'n bed, dat hij
op alle geoorloofde en ongeoorloofde tijden met een
wanhopig fanatisme en een druk bezoek vereert en een
volslagen onverschilligheid voor alle straf-variaties.
Hij gaat een kwartier eerder naar bed en staat een
kwartier later op dan noodig en gewenscht iszet z'n
kwartiermuts scheef op z'n keurig-gesoigneerde haren
beschouwt knoopen poetsen en schoenen borstelen als
minderwaardige en absoluut nuttelooze bezighedendie
hij dan ook rechtens volkomen negeertslaapt met een
gerust geweten en lieflijk droomend gedurende iedere
les en werkt alleen tegen zeswekelijksche of driemaan
delij ksche verschrikkingen het volstrekt noodige bij een
walmend kaarsje in z'n slaperige hersens.
Slapen is z'n eenigst overgebleven levensdoel.