113
Daarom kiest hij met kennersblik z'n plaats het
dichtst bij de kachel, 's winters bradend, kokend,
duttend en dommelend in een zalig dolce-far-niente van
warmte en gezelligheid.
's Zomers kun je hem vinden onder een paar scha
duwende boomeneen sigaret tusschen z'n lippen en
een novelletje onder z'n oogen. Tegen het examen
wordt dit verwisseld met boek of dictaat, natuurlijk
alleen voor de buitenwereld, want z'n eigen binnen
wereld heeft er bitter weinig profijt van of een no
velletje of studieboek z'n trage hersens trachten bezig
te houden: hij snurkt even welgemoed.
Natuurlijk is hij zelf volkomen onschuldig aan z'n
gedwongen langer verblijf op Academie of G. S.met
een komisch air de dédain schrijft hij dit ongeval toe
aan een leeraar, die hem met rente z'n plagerijen en
brutaliteit (want iedere asymptoot is gruwelijk brutaal)
heeft willen terugbetalen, een ziekte, die hij nooit
gehad heeftdrukke particuliere bezighedenmeestal
gevormd door eigen verhitte fantaisie en dergelijke
ongerijmdheden meer.
Een asymptoot die z'n treurig lot aan eigen vadsig
heid toeschrijft is geen waardig lid dier keurbende en
dient er hoe eerhoe beter uitgeworpen te worden.
Alleen bij nachtelijke fuivenongepermitteerde bezig
heden en liefhebberijen, kortom bij alles, wat van
hoogerhand door middel van consigne-boekjes en auto-
riteitsmonden als schadelijk, verboden, onwaardig en
anti-militair gequalificeerd wordtontwaakt z'n soezerige
hersenmassa een beetje, teneinde haar gelukkigen be
zitter aan tallooze middelen te helpen juist al die zaken
met loffelijken ijver wel te doen.
8