CLIII 3. Boven en behalve de voorwerpenin 2 genoemd, behooren in het bezit te zijn van: a. Officieren van den Generalen Staf en van de Cavalerie (hieronder begrepen de a la suite van dit dienstvak en wapen gevoerde officieren): 1 veldkijker; (2) rapportkaarten en gevechtsberichten 1 signaalfluitje; 4 curvimeter, en 1 Smalkalder patent-boussole. b. Officieren der Genie (waaronder ook de a la suite van dit \Vapen gevoerden, doch behalve de Magazijn meesters der Genie der le, 2e en 3e klasse): 1 veldkijker; (2) rapportkaarten en gevechtsberichten; 1 signaalfluitje en 1 Smalkalder patent-boussole. c. Officieren der Infanterie en Artillerie (waaronder ook de a la suite van deze wapens gevoerden, doch behalve de Magazijnmeesters der Artillerie der 4e, 2e en 3e klasse): 4 veldkijker: (2) rapportkaarten en gevechtsberichten 4 signaalfluitje. (2) De aandacht wordt gevestigd op den veldkijker uit de fabriek van den Heer C. P. Goerz te Berlijn-Friedenau. Wat gezichtskracht en samenstelling der onderdeelen betreft, behoort deze veldkijker volgens den Directeur der Topographische

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1910 | | pagina 171