IN DEN ZONNESCHIJN. Licht en klaar als de zonneschijn Zóó moet voor mij het leven zijn. In den rustigen bloei van den zonnedag Wil ik hooren het zilveren lachen Van een meisje, zoon meisje Dat héél vroölijk is, Omdat de zon schijnt En 't lente is De zon schijnt op haar donk're haar, Dat gloèien gaat, dat gloèien gaat; De zon schijnt in haar kleine hart, Waar ze een mooie liefde bloeien laat. N.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1910 | | pagina 194