T HEO!
Voordat Theo in het hospitaal zijn laatste levens
jaren ging doorbrengen, was hij muzikant, en bij de
Stafmuziek kende niemand een joliger, en beter
kameraad.
Ze waren dol op hem, en niet alleen zn collega s,
ieder in het stadje wist te vertellen, wie die knappe,
jonge muzikant wasdie zóó mooi z n viool kon be
spelen dat de meisjes na afloop hem wel om den
hals hadden kunnen vallen.
Totdat het op zekeren dag uit was, en Theo naar
het hospitaal gebracht werd, waaruit hij nooit meer
te voorschijn zou komen.
De meisjes hadden te veel naar hem gekeken
Zoo wachtte hij al twee lange jaren, in het hoekje
van een ziekenzaal, op den dood. Want hij wist, dat
hij nooit, nooit meer iets van de wereld daarbuiten
zou zien. Z'n beenen waren misvormd, z'n voeten
krom gegroeid, z'n body vermagerd, en z'n kop, z'n
trots uit z'n vroegere jaren, was oud, oh zoo oud!
Maar, al hadden de «duveltjes" hem ook nog
zoo te pakken gehad, z'n hersens werkten nog altijd;
Theo was nog niet dood, nee, om de verdom niet;