22
Misschien ligt hij nog steeds op die zaalvechtende
met zn duveltjes, spottende, en lachende, die arme,
ongelukkige kerel, die geen God kent op aarde, en
zelfs niet weet, dat er nog iets Goeds bestaat. Want
hij had slechts plezier en muziek gekend, en veel,
heel veel ellende.
A.