GELUK. De gouden zon staat op de straat te branden, Een blauwe lucht is hoog boven de huizen. Nu is de Vreugde gekomen met lichtende oogen Nu is de Blijdschap gekomen met sidderende handen. Het is zoo eenvoudig droef te zijn En te mijmeren en te weenen. Het is toch vèèl beter blij te zijn En het volle leven te voelen tintelen Het is toch veel beter stérk te zijn En rèchtop te gaan en trotsch te schijnen, Maar diep in het hart heel goéd te zijn De Schoonheid te zien en de Kracht te kennen En vóór alles, vóór alles niét klein, Maar ruim en wijd te denken. N.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1910 | | pagina 210