36
Kletterend viel het slachtoffer harer drift tegen den
kleinen mast.
Even lichtte hij zijn hoofd op, als plotseling tot
bezinning komend.
Viel er iets Enny?" vroeg hij lusteloos de armen
opheffend, als om zich uit te rekken.
»Neen hoor, maak je niet ongerusthet voetenbankje
viel om."
»0" glimlachte hij terug, »ik dacht dat jij gevallen
was."
Plotseling stoof ze op. Die akelige kalmte, waarmee
hij het zei, tergde haar.
«Och neen beleefde cavalier, ik viel helaas niet,
helaas niet", zei ze met moeite de opkomende tranen
terughoudend, »dat spijt je misschien, maar heusch,
ik kan er niets aan doeneen volgende keer zal ik
zelf vallen, ik beloof het je hoor!
«God Enny, bedaar, je begrijpt toch, dat ik het
niet zoo bedoelde, ik maakte maar een grapje."
»Ja, jij bent nog al iemand om grapjes te maken,
zoo'n saaie man heb ik nog nooit gezien; jij behandelt
me altijd als iets negatiefs, iets dat geheel niet voor
je bestaat."
«Misschien spijt jou dat, Enny, dat ik niet ben als
een van de anderendie jou steeds het hof maken
maar heusch dat zal toch niet veranderen", zei hij sar
castisch, «tot zoo'n spelletje zul je mij niet krijgen."
«Och neen, ik ben maar een coquette, een flirt
nietwaar? dat zelfs zoo iemand andere gevoelens kan
hebben, dat komt in jouw alwijs hoofd in het geheel
niet op."