56 nog tot daar aan toe, maar ik had tenminste eens een handje meegeholpen." «Wel allemachtig", en de dokter schoof verontwaardigd z'n kepi naar achter, »wel allemachtig ritmeester, »ben je nou heelemaal Je mag waarachtig blij zijn, dat ik jullie ongelukkige kerels nog op de been houd, wat kunnen mij die beroerde beesten in godsnaam schelen »Ja dokter, ik wil 't graag gelooven, maar uw eigen paard kunt U toch wel een beetje «Wablief", de dokter werd van rood nu paarsch, »m'n eigen «Zeker dokter, nummer 411, die U is toegewezen voor de manoeuvres." En terwijl in de verte een paar krachtige, vos- kleurige achterbeenen zich stevig weerden tusschen een hoeveelheidje kolbakkenkwam de dokter tot de vroolijke conclusie, dat Emma, 18jarige vosruin nummer 411, eenigszins gevoelig in het kruis, het vehikel was, dat hem tijdens de manoeuvres zou moeten transporteeren. Feitelijk was dit echter nog allemaal maar de ouverture. Toen volgden de bedrijven elkaar vlugger op. Het eerste bedrijf speelde 's morgens van den eersten dag. De dokter kwameen beetje verslapenbij de stal waar een kluitje paarden kalmpjes het komende stonden te wachten. «Oppasser." «Present dokter?" «Breng dat ongeluksding hier."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1910 | | pagina 234