76
3de Tooneel.
Bediendevorigen.
Bed. Mijnheer, daar is mijnheer Raugh.
Burgem. Laat mijnheer binnenkomen.
(Tot van de W.die op wil slaan).
Pardon, blijft u zitten, ik had zeer gaarne,
dat u bij mijn onderhoud met dien heer
tegenwoordig was. Staat op).
4de Tooneel.
VorigenRaugh.
Bed. Mijnheer Raugh.
Raugh. Bonsoir, mijnheer Van der Bendt.
Burgem. (eenigszins uit de hoogte).
Goeden avond mijnheer Raughmag ik even
voorstellen luitenant van der Winkel(v. d.
W. is opgestaan en buigt koel.) mijnheer Raugh.
Raugh. Aha, u is zeker de officier, die hier de
heeren de les eens komt lezen.
Burgem. Die hier de orde komt handhaven ja, maar
u wenschte me te sprekenneemt u plaats.
(Allen gaan zitten).
Raugh. Ja, ik zal u zeggen, dat ik het betreur, dat
ik me vanmiddag eenigszins heftig heb uitge
laten door u voor rood uit te maken, maar
verder kan ik u zeggen, dat ik op mijne
eischen niets kan laten vallen.
Burgem. Maar dat is onmogelijk, die arme kerels
crepeeren van hongerals u zoo optreedt
moeten er dooden vallen!