78 Burgem. En de mijne dim, ben ik niet liet hoofd van de gemeentemoet ik niet 't vreeselijke bevel geven (V. d. W. groet en gaat heen.) 5de Tooneel. Burgemeesterbediende; later Marie. Bed. Klopt en treedt binnen.) Daar is een juffrouw om u te spreken. Ze wil haar naam niet noemen. Burgem. Laat haar binnen. Marie komt binnen met dichte voile voor. Be diende af. Burgem. Pardon, juffrouw, met wie heb ik het ge noegen Marie. Mijnheer, mijn naam is Straber, ik ben de verloofde van luitenant Van de Winkel. Burgem. Straber, zegt uis u dan een zuster van Marie. Ik ben zijn zuster. Burgem. Van Straber, groote God, maar dat is vreeselijk Marie handenwringendsnikkend). Burgemeester, redt henlaat ze niet vechtenik smeek ulaat ze elkaar niet doodenu bent toch hoofd van de politie, ze zijn allebei zulke stijf koppen redt hen (valt luid snikkend in een fauteuil). Burgem. Juffrouw, ik heb gedaan wat ik kon. {Het is donker geworden buiten voor de ve randa brandt een straatlantaarn. Er komt een gejoel op zettenlangzamerhand sterker

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1910 | | pagina 256