86
En ze doorleeft weer dien tijd van groot, onmetelijk
geluk. Ze is getrouwd met hem, den jongen, veel-
belovenden ambtenaar. Die tonen verkondigen haar hoe
groothoe rein hunne liefde geweest is. 0
wat klinkt daar een schril accoordZou de groote
kunstenaar zich vergist hebben of zou hij opzettelijk
een dissonant hebben aangeslagen?
Men vermoedt hetZij weet hetDie valsche toon
dat schrille accoord, dat is de noodkreet van een ge
broken levendat is het verliezen van een oneindig
geluk
Daar komt een tijd van onrustvan angst. Alleen
geheel alleen met man en kinderen is ze daar in de
onbegrensde wildernis. Onbewaakt, onbeschermd!!
En in die tonen klinken de voorteekeneu van een
naderend onheil. Thans voelt ze hetbegrijpt ze het.
0, waarom heeft ze het toén niet begrepen!
En weer zinkt ze weg, weer zijn menschen en zaal
niéts voor haar.
Het is de laatste dag van hun samenzijn, de laatste
dag, dat hij de zon zag opkomen in al haar stralende
pracht en schoonheid.
Klinkt daar niet in die tonen de groote angst, die
ze doorstaan heefttoen de troepen verbeid werden
de troependie moesten komen vóórdat de opgezweepte
fanatieke bevolking kwam opzetten om hem te willen
dwingen zijn plicht te verzaken, hem voor de keus te
stellen: de plicht te verzaken of de dood.
En ze wéét het, hij zal niet aarzelen, z'n eer gaat
hem boven z'n leven
En in die klanken, woest en donderend, ratelend
en bruisend, klinkt daarin niet het gekletter van wa-