Gastronomendroom. Bij 't zachte licht der kaarsen Was 'k in een mooie zaal; 'k Zag mijzelven in verrukking Zittend aan een heerlijk maal: Vischpasteitjeseendebouten Snippen, hazen en patrijs, Rijnwijn, tintelend in de glazen, Roomtaart en vanille-ijs Champy'n fijne afterdinner Koffie en Bénédictine, Alwat er op deze aarde Fijns en lekkers is te zien Maar het wreede tromgeroffel Roept mij tot het leven weer 'k Moet weer werken gaan en zwoegen, 't Was een droomachware het meer Kees.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1910 | | pagina 279