105 ik dan, na een poos in mijn studie verdiept geweest te zijn, opstond, de gordijnen voorzichtig opzij schoof en zonder gerucht het balkon opliep Zie, daar neigen steeds heen en weder de slanke populieren. De vreemde ritsel-zang deint van hen uit en golft naar mij toetelkens opnieuw langzaam Ik beweeg mij niet, maar luister met bijna ingehouden adem. De huizenmassa's donkeren tegen den nog glanzenden avondhemelmaar bóven hen uit rijzen de toppen van de populieren Ver weg klinken wat stemmetjes van spelende kinderen En steeds die geheimzinnige zang der ritselende populieren Zij zijn in den zoelen avond het stil-groeiendehet innig-levende N.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1910 | | pagina 283