Eigen oefening.
't Gaslicht suizelt zachtkens
Een zoete raelodij
En krassende pennen zingen
Een liedeke daarbij.
ijn hoofd is mat en soezig
En snakt naar droomerij
Het zakt al knikkebollend,
Gemoedelijk op zij.
En achons stoflijk lichaam
Zoo zwak van top tot teen,
Het neigt zacht wederstrevend
Naar Morpheus' armen heen.
Zoo soezenddroomendslapend
In zachte sluimering,
Slijt men hier menig uurtje
Der eigen-oefening.
Eidol.