J. v. N.
114
A nice country yours, verzekerde de kolonel me
telkensAmsterdam a fine townmagnificent buildings.
Vooral de ligging van stadhuis, Paleis en Nieuwe
kerk beviel hem, dat was zoo dicht bij elkaar: alles
in a hurry.
Zoo trokken we in a hurry door 't Rijksmuseumlangs
de grachten, door Artis en alles was very, very fine.
Alleen met 't koningschap kon hij zich niet vereenigen
dat was niet je ware, we hadden wel een mooie lieve
koninginmaar een presidenta president you see
much better, you get a chance yourself, when you
live in a republicen dan als de man niet bevaltwel
na elke vier jaar een ander.
Zoo kwamen wij bij 't Paleis op den Dam en alles
ging weer »to spare time"toen in de troonzaal hij
eensklaps achterbleef. Hij trok me aan mijn jas. Wacht
even fluisterde-ie. Nauw was de geleider met de
andere leden van 't gezelschap een zaal verder of hij
ging als de wind even op den troonzetel zitten keek
triomfantelijk om zich heen en haalde toen een notitie
boekje voor den dag en noteerde vlug iets.
»I have good luckthat is number six. I sat on every
throne of the sovereign whose country I visited.
Nice thing to tell in America you knownow I will
try it in Potsdam let us go onplease."