„BESTE VAER" Als de stormwind jaagt en loeit langs onze kasten voor zich uit drijvend de grauwe rijen wilde golven, die witschuimend den duinenrand bestormenals de wolken in woesten vaart langs den hemel vliegendan ruischt er langs de lage kusten van ons landje een oudeoude melodiemeegeneuried door hendie wind en weer trotseerendhun scheepjes naar buiten voeren. Dan waait de oude driekleur weer alleen over de zee, want als het raast en loeit langs de duinen, dan waagt er zich geen ander op die schuimende vlakte. Zoo ging in donkeren nacht een kleine stoomboot naar buiten; de tocht was gevaarlijk, de branding donderde met helsch geluid en wit was de zee. Over die groote ziedende vlakte hobbelde 't scheepje langzaam voorwaarts, zijn krachten metend met den storm; maar de groote sterke winddie ons eertijds met den bezem in den mast voerde over de wereldoceanen moest het afleggen tegen een hoopje gloeiende kolen. Heen en weer slingerde 't vaartuig en de roergangers op 't dek vastgebondenturend in die diepe donkere vertetrokken met regelmatige slagen aan 't stuurwiel. Telkens door stortzeeën belaagd, streden ze hun strijd met de wilde golven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1910 | | pagina 299