134 't Morgent. Belklingelend doorsnorren trammen en atax-auto's de stad L. Emmeromkeerend stort de hemel zijn water omlaag; over spiegelende regenstraten jakkeren ge jaste menschen voort. Verschijnt Brinio (na eindelooze beslommeringen vrij gelaten uit 't politiebureau en van een goedhartige juffrouw een versleten colbert gekregen te hebben), blootsvoets, ongewapend. Agenten vermijdende doorkruist hij de stad. Honger begint hem te kwellen. Groot naambord valt hem in 't oog: »In 't Hof van Claudius Civilus." Verheugd, portier opzijduwend, betreedt Brinio de chic-gemeubileerde hall. Daar verschijnt scheidingge- plakte ober, die vergeefsch poogt hem te elimineeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1910 | | pagina 312