135
Bissepstoonend stuift Brinio hem voorbij, de eetzaal
binnen. Damesgegil, sauve qui peut. Moedige heer
werpt zich tusschen vluchtende gasten en ver
wonderde Brinio.
Stoelkrakend werpt hij zich op een schaal avond
eten. Kellners dringen op.
Commissaris van politie verschijnt. Notitieboekje voor
den dag.
»Je naam" melodramatiseert dienaar der wet.
«Briniobranding-dondert gelukkige eigenaar tus
schen twee happen.
«Heraus! Grober Unfug!" schettert moedige heer.
Tweede commissaris verschijnt met gevolg. Stoer
vooruitdringen. Bataille. Zolder-dreunend krijgsgehuil.
Moedige heer vuurt strijders aan.
»Ze hebben 'era", fluistert 't kamermeisje.
Colbert gehavendBriniohandgeboeid beklimt po
litiewagen.
't Middernacht.
Ooggekrabt, aangekncusd gilt godesaanroepend Brinio:
«Wodan, Wodan, geef mij mijn Germanen weder.
Zij kennen geen gastvrijheid meer!"
't Avondt andermaal.
Komt langs bebouwden landweg Brinio, nogmaals
vrijgelaten.
Eensklaps verschijnt voor bloemgerand venster vroo-
lijk boerinnetjesgezicht.
Amor schiet roos in Brinio's heldenhart.
»Ff feoddora" stottert hij verlegen
«volg mij."
Tandenrijlachend gehoor uit 't raam.