140 teerd. Vervolgens construeert hij boven op de tafel een stellage, om zoodoende de zoldering te bereiken en hier met levensgevaar een paar woorden op te krabbelen. Als hij weer afgedaald is, schijnen plotse ling zijn levensgeesten hem te verlaten; met de armen onder het hoofd verzinkt hij in een dolce for niente van Y dagen (zie formule). Toch weet hij zich met onbegrijpelijke energie in de houding te wringen, als een officier binnenkomt. Wanneer hij zijn tijd heeft uitgezetenverlaat hij met dezelfde nonchalante houding weer het verblijf van zijn verbanning Doch geheel anders en waarschijnlijk meer sprekend tot Uw gevoelig Vader-, Moeder- of Zusterhart, doet de jongstejaar zijn intrede. Zijn tranen ingehouden hebbende tot hij alleen is, barst hij in deze dingen uit, zoodra de deur gesloten is. Hoort hij het laatste sleutelgerammeldan wil hij zich met een theatraal- gebaar tegen de deur werpen, doch bij nadere be schouwing denkt hij nog juist bijtijds aan de onver mijdelijke onkosten van nieuwe beschildering, neemt zijn plaats weer in en laat zijn zwaarmoedige gedachten den vrijen loopwaarin zijn ouders de eerste plaats innemen. Plichtmatig werkt hij 16 uur achtereen door en probeert een reeks repetities vooruit te vossen. Doch genoeg van dit beeld van onbeduidendheid. Dat van het aantal potbewoners der toekomst velen tot de eerste en weinigen tot de tweede soort zullen behoorenis de oprechte wensch van Mozes. Alkmaar, '09.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1910 | | pagina 318