147
Om U de waarheid te zeggen, als m'n vrouw dat
vroeger deed, gooide ik haar het bed uit. 't Verbaast
u misschienmaar dat waren onze gewoonten indertijd.
Nu zie ik nog wel eens een schoen door de lucht
vliegenmaar zoo'n bombardement werkt zoo weinig
uit. Nee, ik zou die zaakjes krachtiger aanpakken,
m'n vrinden hierboven hebben er zelfs 's nachts last
van."
«Ja maar, waarde heer Jan, de kameraadschap.
«Wat kameraadschap! Dat is maar een mooi woord.
Ja, heerenik ben dikwijls genoeg bij U, om tekunnen
opmerkendat de heeren dat woord graag gebruiken
maar de werkelijkheid! 'k Wil U niet beleedigen'
maar U moest hierboven bij ons eens kunnen zien
dat is pas kameraadschap, als we 's avonds achter
ons wijntje zitten.
Die keuken is er anders ook op achteruit gegaan.
Ik bemoeide me vroeger nooit met die dingen daar
zorgde m'n vrouw voor, maar wat er tegenwoordig op
tafel verschijnt, zoo iets kregen vroeger wel eens m'n
lijfknechten. «Jan zei m'n vrouw verleden nog,
heel verontwaardigd, «Jan, kijk nou toch eens aan[
is dat nou eten voor zulke menschen? 't Is goed, dat
zal ik niet zeggen", zei ze «maar 't is veel te soliede,
't is iedere week net 't zelfde. Die arme lui hebben
ten slotte geen kalenders meer noodig. Kon ik nog
maar voor ze zorgen, dan hadden ze 't anders. Ja,
dat zei ze
«Wat drinken de heeren toch tegenwoordig, als ik
vragen mag," vroeg Jan.
«Water was ons kort en bondig antwoord.
«Ha, ha, zei Jan, een beetje medelijdend, «Water!