LXXV
Ik eindig met mijn beste wenschen voor het Korps te
uiten
Overtuigd als ik bendat dergelijke gevoelens als mij
bezielen, ook gekoesterd worden door U, Cadettenmaar
tevens door allenhier tegenwoordignoodig ik een ieder
uitmet mij in te stemmen in den uitroep
Leve het Cadettenkorps
Deze woorden bewijzen weer volkomenhoe hij
van den toestand in ons korps op de hoogte wasze
deden ons ziendat de Luitenant-Kolonel Kemper een
cadettenvriend is.
Een vriendschap, zich niet slechts uitend in woorden,
maar ook in dadendaden waarvoor wij hem dank
baar zullen blijven, maar daarvoor niet alleen, ook
voor het flinke voorbeeld, ons steeds door hem gegeven.
Het corps verliest in hem een kranig officier, een
goeden vrienden al spijt ons zijn heengaaneen
spijt nog voor 't laatst uitgedrukt, toen wij hem aan
de buitenpoortonder de tonen van het »Bonsoirmes
amis" een laatst vaarwel toeriepen, de gedachte, dat hij
in een anderen werkkring voor 't leger werkzaam blijft
ook in 't belang van zijn eigen toekomst, doet ons
hem voor die toekomst het beste toe wenschen.
J. F.