lxxvii
Een vergelijking van ons jaarboekje met dat van
andere corpsen wordt hun in alle bescheidenheid
aanbevolen
Wij hopen van harte, dat daarentegen ook velen
gevonden zullen worden, in staat, het mooie, het
sympathieke in een overigens ook al niet volmaakte
bijdrage te waardeeren. Afbreken is zoo eenvoudig
vooral in een gezelschap van tot oordeelen niet-be-
voegden maar de mooie gedeelten in een uit den aard
der zaak niet literair-volmaakt werk te waardeeren,
is minder gemakkelijk.
Den Kapitein H. C. J. ter Beek en den Kapitein
adjudant G. G. van Everdingen brengen wij onzen
welgemeenden dank voor de werkzaamhedendie zij
zoo vriendelijk waren ook dit jaar weder op zich te
nemenden thans gepensioneerden Majoor-Kwartier
meester G. van Steijn voor de bereidwilligheid, waarmede
hij steeds de lijst van gesneuvelde officieren aan de
Almanak-Redactie verschafte en den lsten Luitenant
der Artillerie O.-I. L. A. Th. Winter voor de wijzi
gingen in den uitrustingsstaatdie hij zoo welwillend
was, ons te doen toekomen.
Wij hopen ten slotte, dat deze Almanak aan de
lezers eenige prettige uren zal verschaffen en er toe
zal bijdragen enkele aardige en in later tijd zoo met
recht goeddoende herinneringen uit onzen cadettentijd
aan de vergetelheid te ontrukken endat hij
een niet te bescheiden plaatsje zal innemen in de rij
van Almanakken, die in de laatste jaren verschenen zijn.
De Redactie.