LXXIX De stormwind, die dien dag over ons land vloog, de wereld verkondend de groote vreugde van 't kleine volk van de lage landen bij de zeeheeft zeker ook meegenomen 't daverend gejuich, dat telkenmale opsteeg uit de oude Nassauburcht't gejubel dat de Baronie doortrilde. Wij zullen hier dien feestdag echter niet beschrijven, maar alleen vermelden hoe den volgenden Zaterdag avond, Palache met zijn scharengevolgd door ons allen, als in den goeden ouden tijd onzen Gouverneur bij 't licht der walmende toortsen een serenade bracht, om hem als Ridder van den Nederlandschen Leeuw te huldigen. Een plechtigheid, een maand later gevolgd door de uitreiking van 't eeremetaal door den Generaal Gool voor 't front van ons corps. Dank zij de heugelijke gebeurtenis met die vooraf gaande dagen van hopen en wachten, ging de vliegens vlugge tijd nog sneller dan gewoonlijken wij, binnen deze oude murenslechts door de kranten meelevend met 't groote levendat om ons heen voortbruischt waar de mensch zich nu al opgeworpen heeft tot koning der luchtzagen ons toen weder geplaatst tegenover die in ons leventje zoo belangrijke gebeurtenis, dien laatsten slagboom voor de oudsten, die hindernis voor de jongeren dat struikelblok voor een enkele. Laat ons hier niet vergeten te vermeldenhoe het aloude cadettenkamp weder een heusch kamp van jonkers op hare vlakten zag verrijzen, hoe weer in donkeren nacht een cadet op post stondwakend over zijn sluimerende kameraden. Het was nog slechts 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1910 | | pagina 87