LXXXI Zoo zijn we gekomen aan 't eind van ons verslag. We hadden een groote vreugde te vermelden, die ons de toekomst voor land en volk opgewekt tegemoet doet zienmoge het onzen opvolgers gegeven zijnom met evenveel reden tot verheuging hun pen te vatten om te beschrijven wat voor hen dan verleden zal zijn, wat voor ons nu nog de groote gulden toekomst is. J. F. 6

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1910 | | pagina 89