XCV1 met 't geen ervolgen zalimmers onder die negen discipelen van Mars bevonden zich ook de drie knapen, die de vierdaagsche roeiwedstrijd zouden meemaken. Waar nu onze „Hoogeboom-en-Poppen" verkon digen, dat liet moreel een der eerste factoren is, die tot de overwinning leiden, mogen we zeer zeker wrel even vermeldendat genoemd drietal zes moreele opwarmers achter zich had. Maar basta, alles op een houtje. We zaten met z'n negenen in de Coehoorn- kazerne, of liever, op 't oogenblik dat ons verhaal aanvangt, zaten we in „Central" een verbroederings maaltijd te houden, onder 't motto „ter nadere kennismaking". „Ha!" zei de cadet Piet Hein Jansen„wat zouwe jullie er van zeggen als we van avond de boot eens probeerden?" Allons-donc" zei Pilatus, „dan maar en avant, en we nemen als stuurman Labbi mee, want dat is een eerste zeeman, tenminste naar zijn dorst en zijn kromme beenen te oordeelen; als passagier fungeert Dollef van Ganzen, want die kan ons bij mogelijke schipbreuk, 'tbest, zwemmenderwijs redden. Tien minuten later zaten we in 'tranke bootje, en nog vijf minuten daarna lagen we onder de Rijnbrug vastgezogen, als tegen de IJssphinx van Jules Verne. Steunend van inspanning en kreunend van angst, probeerden we tevergeefs de schuit los te krijgen;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1911 | | pagina 102