XeVili „Kou Pilatus, ik geloof ook dat we 'twel zullen afleggen; wat een armen heeft die slag daar, een reuzen futpee zeg!" „Hee, hee jongens, nu niet zoo pessimistisch, wij hebben ook nog de noodige dyne's in de mouw, en we zullen eens zien in welke jasjes de meeste ausdauer zit", bemoedigde stuurman Bong, „laten wij nu eens toonen, dat er uit een cadettenlichaampje wat te halen is". „Twee-persoons outrigged wherry's aan den start" „klaar"„slagklaar"„Pang". „Kalm, kalm, Piet Hein, langzaam aan, 't is 22 K.M." „Hou je wafel en den slag, Pilatus, we zijn nummer laatst". ,,'tKan niet verdwe moeten inloopen". Zeg, lezer, heb je wel eens een roeiwedstrijd meegemaakt en daarbij je tegenstanders één voor één ingehaald, heb je dan je spieren niet een dubbele spanning voelen krijgen, heb je dan niet iets raars gevoeld, daar waar een niet verliefd mensch zijn hart draagt, heb je 't dan niet willen uitschreeuwen van triomf? Kouzoo zagen wij ze één voor één achter blijven, zoo werden ze volgens de kracht gelapt. Ze keken eens 0111, haalden de schouders op, en plooiden de lippen, als wilden ze zeggen, „kijk die stommelingen van stapel loopen, ze sloffen 't nooit". Maar ze sloften 't wèl. Bij de Westerbouwing waren ze vier en daar stonden hun zes moreel - blazers en loeiden ze op de 3de plaats.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1911 | | pagina 104