CXVII zaal 23 op de K. M. A. Wat een onvergelijkelijk schoon gezicht, als alle mogelijke en onmogelijke paren rond de banken zweefden of probeerden te zweven. Wat gleed Maaimans, zijne lantaarnpaal achtige gestalte verdraaiend in de grilligste bochten sierlijk voort, rustende in de gespierde armen van onzen geliefden Loes, die juist 2'/, maal zoo klein en zoo dik was als zijn partner. Of was 't soms niet bekoorlijk te zien, hoe de in „utmost ecstasy" rondwalsende gestalte van m'sieu Pies, minzaam werd omstrengeld door de ellipsoïde-beenen van onzen geachten collega Piet Smul? Doch verdere beschouwingen hierover voeren mij te ver. Ctroote gebeurtenissen vielen niet voor tijdens den cursus. Alles ging gemoedelijk zijn ganglessenvelddienstschietenberuchte scherm- wedstrijden en nog veel meer beruchte voetbal wedstrijden. Doch aan deze laatste, kwam helaas een al te spoedig einde. Het was toen uit met ons gezellig elf uurtje van Dinsdagmorgen en voortaan was Iii het slacht offer van korfbal, model-looppas, Hongaarschen Engelschen, Boheemschen en Bredaschen driesprong terwijl ook castie en honkbal zich eene vermaard heid verwierven, die volgens „den Baron", het ouderwetsclie ganzenbord nog overtrof. Carnaval leverde niet veel bijzonders op; ik weet alleendat mijn beide oomsde Baron en de Mandril zich zeer behoorlijk gedroegengetrouw aan hun devies „altijd meneer." Jammer genoeg verdween een hunner spoedig met „dame" al spoedig op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1911 | | pagina 123