CXVIlI
onverklaarbare wijze uit de feestzaal. Verder
herinner ik mij nog een soort visioenin den
vorm van een blauwen Pierrot, met eene veel te
kleine muts opdie iedereen gebak presenteerde.
Spoedig daarna kwam Krediet bij ons over van
In en gingen Plesman en Zegers onze eer ophouden
in den Haag. Meneer Bik wijdde zijne teederste
zorgen aan de financiën van Velocitas, terwijl
Dijxhoorn het geheele seizoen als een Cerberus het
doelnet dier vereeniging bewaakte en zooveel
mogelijk van vreemde smetten vrij hield. Minder
gelukkig in een dergelijk soort pogen was onze
Ties, wiens Wilhelmina-fanatisme en chronische
Maandagsche somberheid helaas niet konden be
letten, dat de Bossche eerste-klasseraan 'teind
van het seizoen, onderaan bungelde.
De klassewedstrijden kwamen en de li n m-
combinatie bracht het tot de finale, waarin ze
echter werd geslagen door onze gebroeders van I'n.
Toen kwam het examen en daarmee eene besliste
neiging tot zingen, waarvan speciaal „Jerusalem"
en de „Walzertraum" de slachtoffers waren. (Zie
vooral mondeling examen-reglementen).
Na het examen, dat voor ons alleszins gunstig
afliep, vielen we van Scylla in Charibdys, hier
meer speciaal de maand praktijk, maar ook hier
hadden we menig gezellig oogenblik b.v. de nachten
in de tent te Bucphen, waar de arme Mandril
steunend in ons midden lag en we ruimschoots
gelegenheid haddentactische bespiegelingen te
houden over de verontrustende beweeglijkheid der
Wielrijderscompagnie.