CXXII Door die eenheid was ook de, dienst opgewekt en steeds togen we onder een lustig: „Is dat dan niet help 'm douwen, ja dat iS" enz." naar huis, naar moeder de Academie". Nu we het toch over dienst hebbenwil ik ook even de maand praktijk in herinnering brengen en in 't bijzonder de vierdaagsche b'ivakoefening. Niet omdat het iets speciaal voor I'ii is, maar wel omdat die oefening voor ons in alle opzichten zoo bijzonder aangenaam is geweest. De oefeningen waren iederen dag vrij zwaar eii het was snikheet weer. Terug in het bivak echter, vlug naar de boerderij, een emmertje water uit de welput ge schept en het stof en zweet Van den dag eraf gewasschen. Daarna een smakelijk middageten, waaraan de noodige biertjes niet ontbraken en de verdere avond werd in den rand van het dennen bosch onder mandoline- en vioolmuziek gezellig doorgebracht. Eén avond was er zelfs een specialiteiten-voorstelling in de open lucht, waarbij de Rucphensche beauties en de „mennekes van 'tHeike" vrijen toegang tweeden rang hadden. Het zal lang duren vóór de herinnering aan deze oefeningzoo krachtig en toch aangenaam geleid bij ons uitgewisclit zal zijn. En luiweet je wat juist zoo lollig is van zoo'n oefening? Je komt*thuis, een duim dik onder 't stof, na in vier dagen waschkom noch borstel gezien te hebben, je hebt je gewasschen door een emmertje ijskoud water zoo uit de put over je body gegooid te hebbenje gezicht is bruin van de felle zon, die er vier dagen meedoogenloos op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1911 | | pagina 128