CXXILI geschenen heeft, je hebt drie nachten zoo in 't stroo gepiept en in vier dagen niet van een bord gegeten dan lijkt je thuis alles dubbel zoo geriefelijk als vroeger. Je laat je kortejas keurig poetsen en je trekt je beste bullen aan. Je hebt misschien in de bekrompen omstandighedeh nieuwe vrienden leeren kennen en waardeeren. Je stapt met hen op de flets en kort daarop drink je netter en onbe zorgder dan ooit je kopje thee en je witte curapao'tje in Hotel Mastbosch, waar ook menschen zitten, die je maar behoeft aan te kijken om te zien, dat ze 's middags visites hebben ontvangen of anders wel gemaakt of die den godganschelijken dag achter dikke overgordijnen hebben zitten piekeren en peuteren. Die afwisseling, die groote tegen stellingen zijn het vooral, die het militaire leven zoo aantrekkelijk maken voor hen, die het kennen. Of ik ook nog een beetje I'n-verslaan wou? D'r is heusch nog massa van te vertellen! In de eerste plaats dan het diner. Als d'r eens gegeten moet worden, dan is heel I'n present. Ditmaal mankeerden er echter twee op 't appel wegens familieredenen en één omdat hij de poort niet uitkon, niet omdat hij daarvoor te bol was, maar omdat hij stout was geweest. Vreemde kerels heb je tochze schijnen niet van goed eten te houden. I'i, dat ook de lofwaardige gewoonte lïeeft zoo nu en dan eens te eten, was bij ons diner door een député vertegenwoordigd. D'r werd veel gespeecht, misschien een beetje te veel, want je keel wordt er zoo droog van. D'r werd dus ook veel gedronken en de wijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1911 | | pagina 129