CLXVIII
Wat hierna volgdeis gauw verhaald. Nu naderde
het gruwelijke monster „examen" meer en meer.
Nu werd er ernstig gevost. Deze blokperiode
werd af en toe verbroken door eenige Alkmaarsche
burgeressen die kwamen dansen of tennissen.
Zoo hebben we dan 't eind van het cursusjaar
bereikt. Op het laatste bal, voorafgegaan door den
schitterenden roeiwedstrijd om een „vetleeren"
medaille, waren het oudste en jongste jaar voor
het laatst bijeen.
Na een woord van dank gericht te hebben tot
den afgetreden adviseur Dr. J. Falkenburg-, wien
wij een fotografie aanboden van dat gedeelte van
het gebouw, waarin hij zoovele jaren werkzaam
was geweest, en tot den in zijn plaats opgetreden
Luitenant Blaauw, aan wien het welslagen van
het assaut grootendeels te danken is, achten wij
het noodig een woord van erkentelijkheid hier in
te lasschen aan Kapitein Lutz en Dr. Kooy, die
in den loop van het jaar vertrokken. Moge het
hun ook nu even voorspoedig gaan als bij ons.
Eindigen we ons verslag met den slotwensch
tot een spoedig wederzien in Breda.
De Alkmaarsche Redactie.