HEIDEDROOM 'tWerd nachtde rosse heide gloeide weg naar t Westen, en teekende zich als een donkere streep tegen den vlammenden hemel, bloedrood gekleurden vervloeiendin violet en geeldoor 't gouden licht der ondergaande zonne. Stilte was er, een stilte als van een woestijn, waar zelfs de enkele verdoolde roofvogel geen angst kreet durft uitenals bang de heilige rust te verstoren. Ik bleef staan, en mijn blik dwaalde over de vlakte. Ik zag de half volgegroeide veenplassen, schitterend als parelmoer tusschen het kantwerk van biezen, ik zag de heibedekte hoogten, de wit zich teekenende zandplekken, en scherp hoekend, tegen den purperen hemel, als neerziend op alles, een steenklompverweerd en ingevreten door regen en zonmaar toch machtig en indrukwekkend nog. Woest over elkander lagen de granietblokken, door giganten-armen daar opgestapeld, vormend een gedenkteeken voor de oervolkeren, welke eens deze vlakte tot woonplaats kozen. 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1911 | | pagina 199