29 vraagoogen al dat nieuwe in zich opnemend bevreesd, dat één enkel kleinigheidje niet gezien zou worden. Zoo trok men door de hoofdstraatmet preutsche winkeltjes en deftige huizen, naar het marktplein. De muziek verliet den troep en stelde zich op naast 't stadhuis; nog eenige maten speelden zij, toen, na een zwaai van het stokje van den kapel meester, plotselinge 'stilte. Duidelijk was nu de ferme pas van de achter elkander opmarcheerendc afdeelingen hoorbaar; heel het plein dreunde, weer galmde van schelhooge en diepzware commando's. Eindelijk stond alles stilhet marktplein was geheel gevuld met de in massa opgestelde troepen. Heel vooraanvóór 't stadhuis zag men den kolonel kranig op zijn vos' gezeten, de blanke sabel recht-op langs den schouder. Met zijn sonore stem gaf hij eenige commando's, even later stond het geheele regiment op de plaats rust. De dagorder werd voorgelezen en overal werd met luide, krachtige stem bekend gemaakt, dat de houding der troepen alle reden tot tevredenheid had gegeven en dat er dientengevolge de rest van den dag en den geheel en nacht weer vrede zou heerschen. Dat bracht-in eens de stemming er in! Joelend en juichend, de uitrustingstukken over den schouder, gingen ze uiteen, 0111 de hun toe gewezen kwartieren op te zoeken. Wel hinkte er hier en daar eendoch de vermoeidheid was reeds vergeten. Op het plein stonden de notabelen van het stadje

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1911 | | pagina 227