89
zekeren, dat liet plan hem uitermate goed "beviel
en dat hij er zich veel van voorstelde, en ja, wat
hij verder zei, wist hij niet meer, vervuld als hij
was met de conclusie, dat de blonde schoonheid
een verdd katje was.
Intusschen verscheen ook mevrouw op het
tooneelvoorafgegaan door de vier helder ge-
wasschen telgen, die nu onder de ouderlijke oogen
vier lammetjes schenen, en gevolgd door de blozende
dienstmaagd, die de dampende soep opdiende; en
men zette zich aan tafel. Edoch, de plaats naast
van Sanderen bleef leeg, en twee paar strenge
oogen zochten onderzoekend den tuin rond, terwijl
een paar wanhopige de beweging volgden.
Wiesje echter was en bleef wegniettegenstaande
het dringend roepen van mevrouw.
Eindelijk verscheen ze, vuurrood van het harde
loopen, de oogen glinsterend van ingehouden
voorjool, de kleine handjes gracieus de rokken
bijeenhoudend. In het blonde haar had ze een
dier donkere rozen gestoken, waarmee ze de tafel
versierd had; in één woord, van Sanderen vond
haar om te stelen.
„Foei, "Wies, om zoolang weg te blijven," be
knorde mevrouw haartoch even glimlachendtoen
ze het guitige kopje bekeek.
„Mijnheer van Sanderen," vervolgde ze, „mag
ik U voorstellen aan mijn nichtje, juffrouw
Daalbach," en zich tot "Wies wendend: „"Wies, de
luitenant van Sanderen."
Even moest "Wiesje het hoofdje toch afwenden,
om niet in lachen uit te barstentoen ze het ver-