42 Veel begreep hij er niet van, doch zoo enkele klankenals „oom - plantage - Indië", waren tot hem doorgedrongenen gaven hem een duidelijker beeld dan het heele relaas van den gemoedelijk rookenden en pratenden dominee. Intusschen was de zon geheel en al onder en de schemer dekte langzaam het landschap toe met zijn donkeren sluier. Op de nevelige landen stonden de koebeesten tot aan de schoft in den witten damp en soms klonk hun lang aangehouden loeien in de stilte. Achter gindsche boomgroep werd het bleeke maansikkeltje zichtbaar en nam steeds in kracht toeevenals de nu nog schuchter aanpinkende sterren. De dominee vond het langzamerhand tijd de thee te verwisselen met een ouden langhals, en weer was het 't handige Wiesje, die de groote groene glazen op tafel zette en den fonkelenden goudwijn inschonk; en toen de dominee een dronk instelde op de kennismaking en spoedige voort zetting toen zag van Sanderen heel beslistdat een paar blauwe oogjes heel zedigjes in het glas keken, maar ook, dat twee wangetjes verdacht rood gekleurd werden, hoeveel moeite de eigenares ook deed, het te verbergen. Hoe de avond verder verliep van Sanderen wist het niet, hij vond alleen, dat de domineesche wel wat heel spoedig het sein gaf tot opbrekenen toen hij op zijn kamer kwam, verwonderde het hem dan ook ten zeerstedat de klok reeds op elf uur stond.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1911 | | pagina 240