LXXIII Dat dit blijk van hooge gunst en van groote belangstelling in de Koninklijke Militaire Academie en de Cadettenschool ons allen tot buitengewone dankbaaarheid stemt, zal niet in den breede be hoeven te worden betoogd. Wij veroorloven ons, te dezer plaatse onzen diepgevoeldeneerbiedigen dank aan Hare Majesteit de Koningin uit te spreken. Niet alleen geeft de beeltenis, die in dezen almanak mag prijken, daaraan een bijzondere be- teekenis en stempelt zij dien tot een boekwerk, voor ons van blijvende waarde, zij wekt ook her inneringen bij ons aan een vreugdevolle gebeurtenis en doet ons tevens een blik werpen in de toekomst. Uw beeltenis, Prinses Juliana, herinnert aan een dag van vreugdevolle ontroering, aan een dag van dankbaarheid, van juichen en van feestvieren, na een langen tijd van spanning, van telkens wisselende hoop en vrees. Zij herinnert allen, die op 30 April 1909 op het Academieterrein in gespannen ver wachting naar Breda's toren tuurdenaan den jubelkreetdie losbarstte toen de vlag van dien toren werd uitgestoken, aan het aangrijpende oogenblik, toen de driekleur op het hoofdgebouw geheschen werd onder het plechtige Wilhelmus uit driehonderd kelen. Uw beeltenis zal ons aansporen tot het ernstige strevenom ons Corps blijvend de gunst waardig te doen zijnwelke het nu wederom betoond werd zal ons te meer ons doen beijveren om in de toe komst mannen te wordenwaardig om in het Vaderland of in de Koloniën, het Clezag te hand haven van Uwe Koninklijke Moeder, de eer en de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1911 | | pagina 79