LXXXVI
gezegd en verleend isis het aan de spelers
er voor te zorgen, dat de Yereeniging te allen
tijde op hen rekenen kan. "Wij weten uit lang
jarige ondervinding dat dit voor enkelen zeer
gemakkelijk is, terwijl het voor velen met groote
moeilijkheden gepaard gaat; met een beetje goeden
wil en wat handigheid echter komen we heel ver.
We kunnen nu eenmaal geen elftal hebben louter
van gouden en zilveren kronengegarneerd met
„Buitengewone", maar toch is het onmiddellijk
aan de prestaties van Yelocitas te merken, als
deze heeren eenigszins voldoende vertegenwoor
digd zijn.
Dit bleek gedurende 't afgeloopen seizoen ook
weer. Merkwaardig genoeg zette dit in op onzen
grooten nationalen feestdag, den Bisten Augustus,
met een wedstrijd tegen Yitesse, te Arnhem. Deze
sympathieke Club ontving ons bijzonder hartelijk
we wonnen op dezen wedstrijddie eenen propagan-
distischen grondslag had, eenen beker; er werd
gedineerd en feestgevierd, om kort te gaan, het
was eene aaneenschakeling van onvergetelijke
momenten.
In September kwamen we voor het eerst met
ons „echte" elftal uit, en wel op de wedstrijden
om den zilveren voetbal in Den Haag. De geheele
Westelijke Eerste Klaswat zeg ik't heele voet
ballende Continent moet wel gebeefd hebben van
ontzag, bij 't vernemen van onze één-nul over
winning op Sparta. Hoe jammer dat we later
faalden tegen Y-O-C.
Na onze zware pech in (je zilveren voetbal-