ZEVENBERG-EN. XCII geen kleinigheid! Waar de toestand nu niet roos kleurig is, kunnen we niets anders doen dan hoopen dat hij dit worden zal. Ach, wie weet, als de Lente de „Mark" en haar boorden weer. aantrekkelijk maakt Nog een enkel woordje uit de bloeiperiode van de Dolfijn. Zondag 21 Mei 1911 liggen twee ranke vaartuigen voor de „hangar" der roeivereeniging. De equipage bestaat uit Cagliostrode Gentleman, Traveller, Malle, Pa, Huurbaas en Harry. De Pies (er is er maar één) versmelt in tranen omdat hij niet mee kan; de examensphinx hield hem in haar armen verstrikt. Arme kerel. De Koninklijke gepatenteerde vergulde privaat rechterlijke Am. Phot, nam tot tweemaal een snapshot van bovengenoemd zestal. Ze kiezen het ruime sop onder een blakerende zon. Drie kwartier later is Noordkaap, alias Terheijden, bereikt. Hier wordt van booten verwisseld. In een reuzenspurt doorklieft men de Beringh- straat en arriveert vervolgens in de Stille Zuidzee. Geen zuchtje aan de lucht en warmwarm De Malle wordt amechtig en verzoekt een bad. Onmiddellijk worden de ankers gevierd en geen drie minuten later liggen de Malle, Pa, en de Gentleman in het water, en maken daarbij zoo'n misbaar dat een school haaien de oorzaak van die vroolijkheid eens komt onderzoeken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1912 | | pagina 102