XCIV kwartje een half uur de vliegen van boord zou jagen.) Langs schoone drevenwaar de lucht bezwangerd was van pulp en bokking-kwalmbereikt men per pedes apostelorum meergenoemde Zeven Bergen. Een viertal street Arabs had reeds het gerucht verspreid dat zes „Hardloopers" (ze hadden foot ball-shirts aan) de kraal naderden. Een dichte menigte verdringt zich nu in de straten. Ieder wil ze zien, die „mooie jonges" met hun bloote knietjes. Omstuwd door deze naar knoflook riekende Hongaren komen ze eindelijk in het Zevenbergsche „Kras", alias de Beurs van Frits den Ouden, gelegen aan den Boulevard du Canal Sept Mon- tagnes, een monumentaal gebouw met aan de achterzijde uitgestrekte grounds en golflinks. Als eigenaardigheid zij vermeld dat men ook hier wist wat koemelk was. Het plat du jour was goeddoch lag zwaar op de maag. Van een snelle uittocht was alzoo geen sprake. Op de reede was het nu stampvol geworden. Reeds bij aankomst had men een welluidend gezoem vernomen, dat bij nader onderzoek bleek voortgebracht te worden door een Reuzen Kever, behoorende tot het geslacht der hippen en den populairen naam Pita droeg. De Gentleman-traveller neemt een snapshot, Pa heeft de schoone Pita een arm aangeboden, de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1912 | | pagina 104