CXXII
Bijzonder rijk aan deze uitingen was de maand
December. In de eerste plaats dient de 5de ge
noemd te worden, waarvan hooge verwachtingen
werden gekoesterdwelke dan ook niet zijn teleur
gesteld. Een variëteitengezelschap deed ons gedu
rende eenige uren de onafgebroken reeks van
„zure" repetities vergeten. De door de goede gaven
van huis reeds opgewekte vroolijkheid bereikte
haar toppunt bij het aanschouwen der kluchtige
tooneeltjes, welke ons vaak deden schudden van
het lachen. Alle nummers werden dan ook met
een donderend applaus beloond en iedereen was
ten hoogste voldaan.
Op dezen gezelligen avond volgden nog een
paar weken van ingespannen arbeid, welke besloten
werden door een tweetal feestavonden op den
22sten en den 23sten, die de inleiding vormden
tot het lang verwachte Kerstverlof. Het jongste
jaar bewees den eersten van die dagen ook te
kunnen bijdragen tot de algemeene gezelligheid.
„Levend verbrand" luidde de griezelige naam van
het door hen opgevoerde stukjedat vele verborgen
talenten op tooneelgebied aan het licht bracht.
Den volgenden avond nam het feest meer grootsche
afmetingen aan, want van heinde en verre waren
de jeugdige schoonen onze can tine met haar bezoek
komen vereeren. Het „Engelsch zonder Leermeester"
en „Een gezellige kamer", door het oudste jaar
voor het voetlicht gebracht, gaven het publiek
veel te genieten. Het daaropvolgende bal vormde
een waardig slot van dezen avond. Er werd druk
gedanst en tal van aardige cotillons zorgden voor