's Dichters ideaal O, een dichter wild' ik wezen, Ja, een dichter wild' ik zijn! Als een dichter wild' ik sterven Met een hart vol minnepijn! In 't bezit der hoogste weelde Van een eeuwig minnend hart, Wil ik met geen ander wapen Strijden tegen liefdesmart. Niet het koppig steeds aanbidden Van een', die ge dag'lijks ziet. Maar het hemelhoog verafgoön Van een liefd', al ziet g'r niet! Dat zij steeds eens dichters streven, Waar zijn levensgeur uit stijg', En'k bemin, al ben'k verzekerd, Dat ik toch mijn loon nooit krijg. Maar met 't groeien van mijn smarten Staat mijn liefde hecht en sterk. Oog vol weemoed, hart vol liefde, Dat*8 des dichters dag'lijksch werk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1912 | | pagina 154