10
Dan zal 'k pas voor 'teerst begrijpen
Dat ik als een dichter doe.
En terwijl mijn ziel dan opstijgt,
Roep ik aan mijn liefste toe:
O, een dichter wild' ik wezen.
Ja, een dichter wild' ik zijn!
Als een dichter wild' ik sterven
Met een hart vol minnepijn!
1 April 1911.
P