31
duizenden willen ruilen tegen onze Academieons
oude Kasteel van Breda, dat monument uit de
Vaderlandsche Geschiedenis. Met trots dacht ik
eraan, welk een verschil het is om in zoo'n
vergulde kooi te zijn opgeborgen of omringd te
zijn door dezelfde gracht, waarlangs eenmaal „het
turfschip" binnen de veste kwam. Kan zoo'n
hypermodern gebouw bij zijne bewoners ooit een
tooneel uit de geschiedenis hunner voorvaderen
voor den geest roepen? Neen, sterker dan ooit
was ik overtuigd van het voorrecht, dat we genieten
om in het oude paleis van Engelbert van Nassau
te mogen wonen, dat zijn rijk historisch verleden
te danken heeft aan de belangrijke rol, die het in
de geschiedenis heeft gespeeld. Herinnert het ons
niet vaak aan onze roemvolle dagentoen we het
Spaansche juk wilden afschudden en na tachtig
jarigen strijd als onafhankelijk volk in de rij der
natiën alom met eere werden genoemd?!
En wat zal ik nu nog vertellen van den maaltijd,
die den dag besloot? 'tWas eenvoudig onbe
schrijfelijk, maar toch wil ik probeeren in grove
trekken er iets van weer te geven. Hoe kon het
anders zijn in zoo'n echt Brusselsch eethuiswaar
een keurig zaaltje in empire-stijl speciaal was
ingerichtwaar een pianist en violist de gemoederen
opwonden en de kelen deden werkenwaar Bacchus
werd geëerbiedigdwaar alleen kaarsen met hun
verleidelijk schijnsel voor de verlichting zorgden
en waar we met ons twaalven ongestoord de
uitgelatenheid ten top konden laten stijgen. Iedere