50 het dier spoedig weer op 't goede pad gebracht en. fier als een ridder stapte Tom achter Henk aan, de breede poort van de manege uit. Klik-klak-klik deden de hoeven op de groote keien van het pleintje. Het was een geluid, dat een eigenaardig, nooit gekend lieerschers-gevoel in Tom opwekte, een gevoel, dat hem kaarsrecht deed zitten in den zadeldat hem fier en elegant de teugels deed hanteeren, en hem een gewaar wording van macht over zijn paard verleende. Was het wonder, dat zijn aanblik een glimlach tevoorschijn riep op het gelaat van zijn vriend Ja, zoo had Henk er immers ook uitgezien, toen hij, nu ruim twee jaar geleden, zijn eersten rit „buiten" ondernam Na een tiental minuten stappen hadden zij de stad achter zich en nuop den mooien grintweg scheen Henk het tijd te vinden tot den volgenden „gang" over te gaan. Nauwelijks had hij het woord „draf" uitgesproken, of de ongeduldige paardjes, gehoor gevende aan den zachten druk der onderbeenen, draafden lustig langs den weg. O, het was een openbaring voor Tom, deze rit door het heerlijk mooie Hollandsche landschap. Langs den weg het groene grastapijt, telkens onderbroken door een deftig doende hofstede of een vroolijk landhuis, meestal omringd door goed onderhouden tuinen en boomgaarden. Welk een ander aanzicht bood dat landschap vanaf het paard, dan wanneer hij te voet of op zijn stalen ros dezen weg volgde. En dan het sportieve genot van *t rijden zelf! Tom wist niet, waaraan hij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1912 | | pagina 196