51 de voorkeur moest gevenaan de zwevende cadans van het juist tot hem doorgedrongen Engelsch draven, of aan den, zijn wedstrijdharts tocht prikkelendengalop. Gedurende het stappen gaf Henk hem vele goede wenkenen Tom toonde zich een dankbare leerling, zoodat hij, toen zij weer op den terugweg waren, zich veel meer vertrouwd voelde met zijn viervoeter dan in 't begin van hun rit. Zij volgden nu den grootenweg, waarlangs een ruiterpad was aangelegd. Naarmate zij de stad naderdennam de drukte op den weg toekarren rijtuigen, een enkele auto en vele voetgangers en fietsen bewogen zich in den zonnigen winterdag. Plotseling vlogen Tom's en Henk's rechterhanden naar de kepi, een minzame buiging vanuit den zadel, een hooge meisjesstem die „Dag"! zong, en 't was voorbij. Henk keek met een glimlach die niet geheel vrij was van spotternij, Tom in 't gelaat. „Dat leek Mary van Effen wel", zei Henk. „Ik dacht t ook al", zei Tom, te vergeefs trachtend zijne verlegenheid onder een al te door zichtige onverschilligheid te verbergen. „Wist je, dat ze weer terug was vroeg Henk, met denzelfden onverbiddelijken glimlach. „Hoe zou ik „Wel, ik dacht, dat jullie elkaar zoo nu en dan nog al eens schreven." ja, nee, vioeger zoo te hooi en te gras eens een letteitje, maai de laatste weken niet meer* ze schijnt daar op kostschool nogal veranderd te zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1912 | | pagina 197