56 Door jarenlange oefening was onze lield er lang zamerhand in geslaagd, zijn zuster op hare leuke zetten op waardige wijze van repliek te dienen. Ditmaal echter was Tom in 't geheel niet in de stemmingzijne gedachten waren bij 't meisje dat door hare schijnbare wispelturigheid hem de laatste maand op de Academie het leven niet van den prettigsten kant had doen bekijken. O, hij moest er niet aan denken, die met verpletterende regelmaat terugkomende teleurstelling, telkenmale als de facteur de post uitdeelde en hij in zenuw achtige opwinding de toonloos uitgesproken namen hoorde aflezen, en de zijne maar steeds niet genoemd werd. Na tien dagen gaf hij 't opging hij maar niet meer naar de brieven kijken. En thuis konden ze hem ook niet wijzer maken. Men kende daar Mary nauwelijks bij naamdaar noch haar vader, zij was eenig kind en haar moeder was reeds vele jaren geleden gestorven noch zij zelve eenig aanrakingspunt met zijn familie hadden. En over die, thuis wel even opgemerkte, doch reeds lang vergeten flirtation, had hij zich dan ook ternauwernood uitgelaten. „Ja", antwoordde Tom zijn zuster eenvoudig, „ik ben weer Rough-rider af, maar 'tis me best bevallen," en op algemeen verzoek verhaalde hij in den breede zijn ondervindingen van den morgen. De ontmoeting van het meisje op de flets ging hij stilzwijgend voorbij. Toch was hij inwendig blij dat hij iets had om over te praten, en voor hij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1912 | | pagina 202