6o Maar 't was voor hèm tochclat ze dit gedaan had Dat wist Tom niet, voor hem bestond er niets, wat eene scheiding kon teweegbrengen tusschen hem en 't meisje. Alles was hem zoo duister Verdrietig vroeg hij dan ook „Mary, waarom doe je dit?" „Tom", zei ze, en haar stem klonk smeekend hartstochtelijk, „wrees niet boos, maar ik kan niet anders, werkelijk Tom, het moest! Ik had je willen schrijven, alles, maar ik had den moed niet, en 't recht niet „Wat wil je daarmee zeggenMarywaarmee heb ik die behandeling verdiend En wat ter wereld ontnam jou 't recht mij eene verklaring te geven van je handelwijze, eene verklaring, waarop ik toch alle récht heb Tom trachtte flink te spreken, geen ontroering te toonen. Onwillekeurig werd hij hard. „O, Tom, spreek niet zoo, als je eens wist! En vraag mij niet, waarom ik 'tdeed, ik kim het je niet zeggen Tom Ik heb zoo gestreden, tegen mezelf, tegen m'n gevoel". „Je gevoel! Mary, heb je me dan nog lief?" Tom was opgestaan, en vlak tegenover Mary nu, keek hij haar in de mooie bruine oogenze ontweek echter zijn bliken antwoordde niet op zijn laatste vraag. „Mary, heb je me lief?" Te tweeden male sprak Tom het uit. 5

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1912 | | pagina 211