LXXVIli
Na afloop van dit meer ofïïcieele gedeelte van
den feestdag werden, onder 'tgenot van vrij-thee
en muziek, de pakjes en „persoonlijke verras
singen" in de uitspanningszaal door den Sinter
klaas-van-den-dag uitgedeeld.
Hierna stroomde alles naar de kroegwaar
blijkbaar Sinterklaas de heele lading van zijn
stoomboot gelost had. Voor 't grootste deel bestond
deze uit een centenaar Bowl en de Consignes voor
de cadetten (mèt wijzigingen 1914) in banketletters.
Tot onze niet geringe verrassing bevond zich onder
de opvarenden een van Rotterdams beste speciali
teitengezelschappen dat ons tot tien uur aangenaam
wist bezig te houden. Toen begonnen we zelf
aan de „speciaaltjes", en de avond verliep aldus
in een steeds hooger stijgende feestvreugde. Rumoe
rig, maar kalm! Leve de commissie!
Ik behoef niet te zeggendat het Kerstmis was
vóór we 'twisten. (Uitgezonderd natuurlijk diegenen,
die in Juli reeds een seconden-kalender aanleggen.)
'tNieuwe jaar zette zich in, en bracht ons, na
een kortmaar des te meer op prijs gesteld verblijf
aan de gewoonlijk ouderlijke haard weer
binnen de muren van het oude Kasteel.
Heel spoedig waren we weer aan 't Academie
leven gewenden niets verried dat we weldra uit
die sfeer van geregeld leven zouden worden gerukt.
Tot wij plotseling werden opgeschrikt door de
tijding, dat onze Gouverneur ernstig ziek was.
Reeds voor Kerstmis was de Generaal een tijdlang